De Tour win je aan tafel

Verschenen in Wieler Revue 5, juni 2015.

Gewicht als sleutel tot succes in de Tour de France. Met die gedachte in het achterhoofd hongeren klimmers en klassementsrenners zich het hele seizoen uit, om straks in Utrecht zo licht mogelijk aan de start te staan. Maar welk vetpercentage is nog gezond? En hoe val je als wielrenner af zonder aan kracht in te boeten?

Je hoeft bepaald geen kenner van het menselijk lichaam te zijn om te zien dat profrenners geen grammetje overgewicht meetorsen. Vooral klimmers en klassementsrenners lijken wel fietsende bottenpartijen. Als Bauke Mollema of Chris Froome na de finish van een bergrit van zweethemd wisselt, kun je hun ribben eenvoudig tellen. Hoe ongezond dat er soms ook uitziet, ze vliegen nog altijd een stuk harder een Tourcol op dan de gemiddelde wielertoerist met een ‘normaal’ vetpercentage.

Tourfavorieten Nibali en Froome: wie eet het minst?
Tourfavorieten Nibali en Froome: wie eet het minst?

Ullrichwinter
Ergens moet dus een gouden balans liggen tussen gewicht en prestatie. Maar waar je een vrouw nooit naar haar gewicht hoort te vragen, zijn ook wielrenners bepaald niet scheutig met het delen van dergelijke informatie. De concurrentie zou er weleens te wijs van kunnen worden. Tourfavorieten Chris Froome en Vincenzo Nibali lieten recentelijk wel in hun kaarten kijken. Zo vertelde de 1.86 meter lange Brit tegen The Gaurdian dat zijn streefgewicht 67 kilo is. En gewicht is alles voor hem. Volgens Froome wordt de Tour niet, zoals het spreekwoord luidt, in bed gewonnen maar juist aan de eettafel. ,,Professioneel wielrennen gaat vooral over de vraag wie het hongerigst is. Hoe graag wil je die overwinning? Je kunt het in alle opzichten een hunger game noemen.” Het is een spel dat Froome tot in de puntjes beheerst. Voor hem geen ‘Ullrichwinter’. ,,Ik ben heel streng voor mezelf. Het is geweldig om te zien hoeveel je lichaam aankan op zo weinig eten”, tekent Cycling Weekly uit zijn mond op. In de Vuelta van 2011 merkte Froome voor het eerst de voordelen van een graatmager lichaam. ,,Ik was twee kilo lichter dan ooit en de uitslag (Froome werd verrassend tweede, red) laat zien hoeveel verschil dat maakte. Voor het eerst deed ik echt mee.”

Waar de kilo’s er bij Froome afvliegen, heeft Nibali daar beduidend meer moeite mee. ,,Afvallen vind ik erg lastig”, vertelde de Italiaan in de door hem gewonnen Tour van 2014 tegen Velonews . ,,Bij elke koers werd ik op de weegschaal gezet. ’Kom op Vincenzo, dat gewicht moet omlaag’, zei mijn dokter dan telkens. Maar uiteindelijk is het gelukt.” Vooral de laatste weken voor de Tourstart zijn voor Nibali cruciaal. De Italiaan traint dan in de bergen van San Pellegrino achter de motor en volgt een streng dieet, vertelt Astana’s ploegdokter Joost De Maeseneer tegen Velonews. ,,Zijn pasta werd elke dag afgewogen op negentig gram, droog.” Uiteindelijk woog Nibali in de Tour anderhalf kilo lichter dan in de Dauphiné. ,,In de bergen betekent dat het verschil tussen aanvallen en gelost worden”, stelt De Maeseneer, die zes procent vet als bovengrens ziet voor Tourrenners. Nibali stond zelfs met 5,5 procent op het eindpodium in Parijs.

Anorexia
Wie een beetje heeft opgelet op school, weet dat voor ‘normale stervelingen’ een vetpercentage van tussen de tien en twintig procent dichter in de buurt van een normale waarde komt. Profwielrenners mogen een bijzonder ras zijn, maar waar liggen hun lichamelijke grenzen eigenlijk? ,,Dat verschilt per renner”, vertelt diëtist Rob van der Werf, die sinds 2012 de lijnen op het gebied van voeding uitzet bij Giant-Alpecin. In die periode zag Van der Werf het belang van voeding en gewicht steeds verder toenemen. ,,Het zijn de laatste procentjes die je kunt winnen. Wel heeft elke renner zijn persoonlijke limiet. Er zijn renners die met een heel laag vetpercentage niet meer vooruitkomen, of ze worden ziek. De gezondheid van een renner moet altijd voorop staan.” Dat renners als Froome en Nibali dagelijks hun weegschaal opzoeken, wijt Van der Werf aan de intrede van de vermogensmeter. ,,Iedereen weet welk vermogen hij moet trappen om de concurrentie bij te houden. Als dat zes Watt per kilogram lichaamsgewicht is, kun je óf heel hard trainen óf de limiet van je lichaamsgewicht opzoeken.”

Wie de grens opzoekt, heeft ook kans daar overheen te gaan. Leontien van Moorsel is het bekendste voorbeeld, maar het overkwam Marianne Vos ook bijna. In haar biografie vertelt de Brabantse hoe ze voor de Spelen van Londen dicht tegen anorexia aan zat. ,,Met het oog op de Spelen ben ik heel veel meer gaan trainen. Ik ben daar toch een beetje in doorgeslagen en herstelde niet meer. Ik ging altijd maar door. Ik at nog wel drie maaltijden per dag, maar dat was met al de trainingen die ik deed niet genoeg.” Omdat Vos geen fysieke klachten had, merkte ze niet dat haar vedergewicht van vijftig kilo – zes kilo onder haar normale gewicht – een probleem vormde. ,,Het was best moeilijk te veranderen omdat ik wel bleef presteren. Gelukkig wist ik het met behulp van de mensen om mij heen toch om te buigen.”

Ook Marianne Vos zocht de grens van haar gewicht op
Ook Marianne Vos zocht de grens van haar gewicht op

Het probleem is nog steeds aan de orde van de dag. Zo luidde Belgisch kampioene Jolien D’Hoore afgelopen voorjaar in Het Nieuwsblad de noodklok toen ze zag hoe veel collega-rensters zichzelf uithongerden. ,,Er zijn dagen dat ik het niet meer kan aanzien. Voorzichtig probeer ik met één van hen een gesprek aan te knopen. Zodra ik begin over eetgewoontes of gewicht, klappen ze dicht. ‘Een probleem, ik? Laat me niet lachen.’ En dat geloven ze ook. Ze zien zichzelf als fitte klimmers, die heuvels zo snel mogelijk moeten bedwingen. Elke gram vet of spierweefsel wordt ervaren als ballast.” D’Hoore pleit dan ook voor het maandelijks bijhouden van persoonlijke gegevens, naast de traditionele dopingcontrole. ,,Voor deze meisjes zou het weleens de redding kunnen zijn.”

Excessen
Gevallen van uitgehongerde renners heeft Van der Werf bij Giant-Alpecin niet gezien. Volgens de diëtist is de sociale controle groot en ploeggenoten zullen elkaar aanspreken op afwijkend eetgedrag. Wel kent hij de excessen van renners die er drastische afslankmethodes op nahouden. ,,Op een nuchtere maag trainen is bijvoorbeeld heel populair. Een uurtje is niet zo erg, maar ik ken verhalen van renners die zes uur lang nuchter trainen. Sommigen nemen daarna direct een slaappil en eten pas de volgende ochtend weer. Of zelfs pas na een nieuwe training.” Bij dergelijke praktijken zet hij zijn vraagtekens. ,,Zoiets doet je lichaam meer kwaad dan goed. Je hormoonhuishouding raakt compleet van slag, bovendien ben je zo leeg dat je een paar dagen niet kunt trainen. Wat heb je dan bereikt?” Hoe val je dan wel snel en gezond af? Volgens Van der Werf begint dat proces al tijdens de training zelf. ,,Door op de fiets al goed te eten, kom je met een minder hongerig gevoel thuis. Je hoeft dan minder te eten tijdens de lunch en het avondeten. Zo kun je per week op een verantwoorde manier tot een halve kilo kwijtraken.” Mocht je toch net als Froome willen toegeven aan je zwakte voor witte chocolade, Nutella of pannenkoekjes, dan kan dat. ,,Zoiets kun je plannen. De ene dag wel, de rest van de week niet. Daar moet je een balans in vinden.”


Ketonendrank: superfood of nieuwe doping?
Bij Team Sky klopt men zich geregeld op de borst als het gaat om marginal gains, kleine innovaties waarmee renners de concurrentie een stapje voor zijn. Zo reisde manager David Brailsford afgelopen winter nog naar Silicon Valley om zijn licht op te steken bij niet minder dan elf technologiebedrijven. Sportvoeding is een van de aandachtspunten. Sinds de tijd dat renners gedurende een Touretappe gerust een biefstukje aten, is er veel veranderd. Volgens de Belgische journalist Hans Vandeweghe is Team Sky het verst gevorderd in die ontwikkeling. De Britse formatie zou al sinds 2011 gebruik maken van sportdrank op basis van Ketonen: DeltaG. Een soort ‘superdiesel’ voor duursporters. ,,De drank wordt per koerier bij de renners afgeleverd en kost 2700 euro per liter. Als het al te koop zou zijn, want dat is het niet”, schrijft Vandeweghe in zijn column voor De Morgen. Navraag bij professor Clarke leerde hem dat DeltaG ‘tegen eind 2015’ in de VS op de markt gebracht wordt.
Britse media hebben de voorbije jaren ook over DeltaG bericht. Vandeweghe is echter de eerste journalist die Team Sky een monopolie in het peloton toedicht ‘als onderdeel van een bijzonder voedingsprogramma dat werd opgezet voor de Spelen van Londen’.

Tour 2011: Reed Team Sky met ketonendrank als brandstof?
Tour 2011: Reed Team Sky met ketonendrank als brandstof?

Hoe werkt het?
Ketonen zijn nutraceuticals, een combinatie van voeding en medicatie. Ze worden door je lichaam aangemaakt als je jezelf extreem uithongert en vormen dus een lichaamseigen stof. Professor Kieran Clarke van de Universiteit van Oxford vond uit dat Ketonen als extra energievoorraad werken wanneer je ze extern toedient. Daarom ontwikkelde hij de energiedrank DeltaG. Ketonen zouden ervoor zorgen dat duursporters hun voorraad koolhydraten minder snel hoeven aan te spreken, ook zouden ze de vetverbranding bevorderen. Twee eigenschappen waar wielrenners erg bij gebaat zijn in hun zoektocht naar vedergewicht.

Is ketonendrank legaal?
Voor een antwoord op die vraag wenden we ons tot de Dopingautoriteit, waar het gerucht over de ‘superbrandstof’ bekend is. Om een stof als doping te bestempelen, moet het aan twee van de drie volgende criteria voldoen: het middel moet (mogelijk) prestatiebevorderend, schadelijk voor de gezondheid en in strijd met de spirit of sport’(sportbeleving) zijn. ,,Wetenschappelijk bewijs voor de werking van ketonendrank ontbreekt vooralsnog”, meldt de Dopingautoriteit. ,,Daarnaast is er tot op heden ook geen bewijs dat de inname gezondheidsrisico’s oplevert. Ook tast het gebruik van ketonendrank de sportbeleving niet aan. Het is dus niet aannemelijk dat de externe toediening van ketonen zeker op korte termijn, maar zeer waarschijnlijk ook op langere termijn, verboden wordt.” Het WADA bevestigt deze lezing.

De Dopingautoriteit is wel bezorgd over het uiteindelijke doel van ketonendrank: vermagering. ,,Welke BMI-waarden of vetpercentages vinden we nog acceptabel om (top)sport te bedrijven? En vinden we dat hier officiële regels voor moeten komen? Dat is echter een discussie die buiten het werkveld van de Dopingautoriteit valt.”

Plaats een reactie

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close